Zoek je naar ‘Wie is van hout’ en twijfel je of dit over een persoon met de naam Van Hout gaat, over hout als materiaal of over een boek dat je vaker tegenkomt in gesprekken over psychiatrie en menselijkheid? Dan zit je hier goed. In dit artikel vertel ik je in gewone mensentaal wat ‘Wie is van hout’ is, wie Jan Foudraine was en waarom zijn bestseller uit 1971 nog steeds zoveel stof doet opwaaien. Je leest wat de kern van het boek is, wat de kritiek en de verdiensten zijn, en hoe je het vandaag de dag zinvol kunt lezen en toepassen.
Wat betekent ‘Wie is van hout’ eigenlijk
‘Wie is van hout’ is de titel van de klassieker van de Nederlandse psychiater en psychotherapeut Jan Foudraine. Het boek verscheen in 1971 met als ondertitel ‘Een gang door de psychiatrie’. Het werd een bestseller, in meerdere talen vertaald en geldt nog altijd als een markeerpunt in het denken over de omgang met mensen met psychische problemen. De titel verwijst ironisch naar de manier waarop patiënten destijds vaak benaderd werden: niet als voelende, denkende personen, maar als objecten zonder stem. De prikkelende vraag achter de titel is dus niet of de patiënt van hout is, maar wie er verstart is geraakt in zijn opvattingen en routines.
De uitgave heeft in recente jaren een jubileumeditie gekregen met een nieuw voorwoord van professor Paul Verhaeghe. Die heruitgave benadrukt hoe actueel Foudraine’s pleidooi is voor een menswaardige, dialogische psychiatrie waarin mensen niet tot etiketten worden gereduceerd.
Wie was Jan Foudraine
Opleiding en werk
Jan Foudraine werd in 1929 geboren en werkte als psychiater en psychotherapeut. Al vroeg in zijn loopbaan stoorde hij zich aan de kille, protocolgedreven cultuur in klinieken en aan de snelle reflex om diagnostische labels te plakken. Hij verdiepte zich in psychotherapie bij ernstige psychische ontregeling en liet zich inspireren door denkers en clinici die de relatie en bejegening centraal stelden. Namen die in zijn werk doorklinken zijn onder meer Harry Stack Sullivan en Frieda Fromm Reichmann, pioniers van relationele psychotherapie met mensen die psychose doormaken.
Publieke figuur en debat
Met ‘Wie is van hout’ werd Foudraine een bekende stem in het publieke debat. Hij ageerde tegen het vanzelfsprekende gezag van witte jassen, de rol van muren en gesloten afdelingen, en het routineuze gebruik van ingrijpende behandelingen als elektroshocks. In plaats daarvan bepleitte hij luisteren, duiden, samen betekenis geven en mensen zoveel mogelijk in hun eigen leven en omgeving houden.
Spirituele wending en latere jaren
In de jaren zeventig zocht Foudraine ook spirituele verdieping. Hij verbleef bij Bhagwan en schreef daarover in boeken als ‘Oorspronkelijk gezicht’. Die fase bracht hem in een bredere existentiële benadering van lijden en heling. Tegelijk bleef hij patiënten zien en schrijven over wat zorg menselijk maakt. Foudraine overleed in 2016, maar zijn werk wordt nog veel gelezen en besproken in opleidingen en teams.
De context van 1971 en de antipsychiatrie
De jaren zestig en zeventig brachten internationaal een krachtige stroming van kritiek op de gevestigde psychiatrie op gang. Onder invloed van onder meer Ronald Laing kwam meer aandacht voor hoe maatschappelijke structuren, gezinsdynamiek en bejegening mee kunnen bepalen of iemand vastloopt. In Nederland resoneerde dit in initiatieven met meer gelijkwaardigheid tussen staf en bewoners, meer groepsgesprekken, meer openheid, en in de opkomst van de patiëntenbeweging.
Foudraine’s boek hoorde bij die tijdsgeest, maar is geen simplistisch pamflet. Het is een empirisch gevoed, literair geschreven pleidooi vol casussen en reflecties. Zijn centrale boodschap: mensen zijn geen ziektebeelden en geen verzamelingen symptomen. Wie luistert, ontdekt betekenis in wat op het eerste gezicht onbegrijpelijk lijkt.
De kern van ‘Wie is van hout’
Geen etiketten, maar mensen
Een van de meest terugkerende thema’s is Foudraine’s weerstand tegen het snelle plakken van etiketten als ‘psychotisch’, ‘schizofreen’ of ‘manisch depressief’. In zijn ogen werden die termen te vaak als eindpunt gebruikt in plaats van als begin van begrijpen. Een label kan rust geven, maar werkt ook snel als muur. Wie zich achter de muur verschuilt, ziet de persoon niet meer. Daardoor kan zorg onbedoeld ontmenselijken.
De taal van de psychose
Waar de één alleen ‘symptomen’ hoort, hoort Foudraine een pijnlijke maar zinvolle taal. Bizarre gedachten of stemmen kunnen functioneren als metaforen. Niet om alles te romantiseren, wel om ruimte te maken voor betekenis. Het is een uitnodiging aan behandelaren om niet te fixeren op normtaal, maar te antwoorden op het communicatieniveau dat iemand op dat moment kan hanteren. Daarmee ontstaat vaak een brug waarover contact herstelt.
Casus ‘Jaap’ als sleutelvoorbeeld
Een timmerman die kort na de geboorte van zijn kind psychotisch raakt en massaal stemmen hoort, wordt in de kliniek al snel gezien als ‘dom’ en ‘kinderlijk’. In testjes komt hij niet uit de verf en het etiket ligt klaar. Foudraine beschrijft hoe een ogenschijnlijk onzinnig gesprek kantelt zodra hij de verbeelding van ‘uniformen’ en ‘tamboer zijn’ symbolisch beantwoordt. Het contact wordt warm en de man kan spreken over schaamte, eenzaamheid, seksuele angst en opgedrongen minderwaardigheid. De stemmen blijken niet louter vreemde storingen, maar dragers van onzegbare gevoelens. Dat inzicht is geen toverstok, maar het markeert een keerpunt: van bekijken naar ontmoeten.
Het slotakkoord van dit verhaal is een confronterende vraag: wie is er hier van hout. De patiënt, of het systeem dat hem tot een etiket reduceert en zo de mens achter de symptomen niet ziet. Die omkering geeft de titel zijn scherpte en actualiteit.
Invloed op zorg en samenleving
Verpleegkundigen en multidisciplinaire teams
Onder invloed van de beweging waar ‘Wie is van hout’ bij hoorde, veranderde de rol van verpleegkundigen en behandelaren. Er kwam meer ruimte voor relationele nabijheid, gelijkwaardigheid in teams en systemisch kijken. Familie werd vaker betrokken, bejegening kreeg aandacht als behandelonderdeel en de stem van de patiënt werd gezien als leidend kompas in plaats van hinderlijk bijgeluid.
Patiëntenbeweging en eigen regie
In Nederland organiseerden patiënten en familie zich tot krachtige belangenbehartigers. Denk aan Pandora, de Gekkenbeweging en de Gekkenkrant. Eigen regie, zeggenschap over behandeling en waardigheid werden kernwoorden. Foudraine’s boek is niet de oorzaak van al die veranderingen, maar wel een herkenbaar baken dat taal gaf aan een breed gevoeld onbehagen én een andere richting wees.
Kleinschalige woonvormen en openheid
De beweging naar kleinere, meer inclusieve voorzieningen, met aandacht voor gewone woon- en leefomgevingen, is mede gevoed door de kritiek op grote instituten buiten de maatschappij. Die omslag ging met vallen en opstaan, maar het idee dat afzondering het laatste redmiddel is en geen standaard, is blijven hangen.
Kritiek en tegenstemmen
De stem van de biologische psychiatrie
Niet iedereen was of is het eens met Foudraine. Voorstanders van biologische verklaringsmodellen wezen erop dat ernstige ontregeling ook lichamelijke, genetische en neurobiologische wortels heeft. Zij vreesden dat de roep om minder medicatie en meer praten mensen in crisis juist zou beroven van effectieve behandeling. De hoogleraar Herman van Praag is in die discussie een bekende naam; hij bekritiseerde destijds de eenzijdige fixatie op psychotherapie en zag de antipsychiatrie als overshoot.
Wat bleef overeind, wat niet
Terugkijkend blijkt dat veel scherpe kanten van het debat zijn afgesleten. De meeste hedendaagse teams combineren biologische, psychologische en sociale perspectieven. Tegelijk is een aantal waarden uit ‘Wie is van hout’ stevig verankerd geraakt: bejegening doet ertoe, de taal van de patiënt is een bron van informatie, en etiketten horen dienend te zijn. Waar Foudraine te ongenuanceerd is gelezen, is dat vaak buiten zijn pleidooi om: hij was niet tegen medicijnen op zich, maar tegen blind protocolgebruik zonder luisteren en wegen.
Het boek lezen in deze tijd
Waarom het nog steeds raakt
Wie ‘Wie is van hout’ vandaag leest, zal soms archaïsche termen tegenkomen en situaties die gelukkig minder voorkomen. Maar de kern raakt nog steeds: de mens voor je is meer dan het etiket dat je kent. Als je beroepshalve met kwetsbaarheid werkt, is het een spiegel voor je manier van kijken. Als je familielid bent of ervaringsdeskundige, biedt het taal en erkenning.
Hoe je het praktisch leest
Lees het niet als handleiding, maar als uitnodiging tot houding. Stel jezelf tijdens het lezen vragen als: waar neig ik tot snelle conclusies, waar kan ik langer luisteren, welke betekenissen verken ik nog niet. Gebruik casusfragmenten om met collega’s te bespreken hoe je woorden geeft aan wat iemand in verbeelding of stiltes vertelt.
Begrippen en vragen voor een leesgroep
Handig is om sleutelbegrippen te noteren. Denk aan bejegening, symbolische taal, agency, integratie van ervaringen, continuïteit van het levensverhaal. Bespreek samen casussen: welke hypothesen kun je vormen zonder te fixeren, hoe borg je veiligheid terwijl je open blijft, en hoe stem je af met familie en netwerk.
Ethiek en macht
Een onderstroom in het boek is macht. Wie bepaalt wat normaal is, wie beslist wanneer iemand ergens aan toe is, wie mag spreken in de behandelkamer. Foudraine’s antwoord is geen anarchie, maar relationele verantwoordelijkheid. Macht moet verantwoord en transparant worden gebruikt, regelmatig worden getoetst, en altijd ten dienste staan van herstel en menselijkheid.
Persoonlijke noot uit de praktijk
Ik las ‘Wie is van hout’ voor het eerst tijdens mijn opleiding en later nog eens toen ik werkte met een ambulant team. Wat me is bijgebleven, is hoe vaak ik merkte dat mijn eerste interpretatie te klein was. Een cliënt met onnavolgbare zinnen bleek in metaforen te spreken die aansloten bij zijn vak en bij jeugdherinneringen. Pas toen ik zijn taal beantwoordde op dat niveau, kwam er rust en vertrouwen. Niet door mooipraten, maar door serieus te nemen wat hij als enige manier nog kon uiten. Dat is de geest van Foudraine die ik elke dag probeer vast te houden.
Praktische informatie over het boek
De bekende Nederlandse editie is in het Nederlands en telt circa 448 pagina’s. Het ISBN is 9789026356629. De jubileumeditie bevat een voorwoord van Paul Verhaeghe. Je vindt het boek in reguliere boekhandels, bibliotheken en online winkels. Voor wie verdieping zoekt, zijn er aanvullende titels van Foudraine zoals ‘Bunkerbouwers’ en ‘Oorspronkelijk gezicht’, plus reflecties uit latere jaren waarin hij zijn spirituele ervaringen verbindt met zorg.
Veelvoorkomende misverstanden
Is ‘Wie is van hout’ tegen medicijnen
Het boek is geen anti medicatie manifest. Het pleit tegen automatisch voorschrijven en voor zorgvuldig afwegen in dialoog met de persoon om wie het gaat. Medicatie kan levensreddend zijn, maar wordt pas echt zorg als zij ingebed is in relatie, betekenisgeving en oog voor bijwerkingen en alternatieven.
Zegt Foudraine dat de maatschappij ziek is
De strekking is dat samenleving en context meebepalen hoe het met ons gaat. Dat verschuift focus van ‘wat is er mis met jou’ naar ‘wat is er met jou gebeurd’ en ‘wat om je heen houdt je vast’. Dat is geen simplificatie, maar een verbreding. Individuele kwetsbaarheid en maatschappelijke druk bestaan tegelijk en vragen om een gecombineerde aanpak.
Is de taal van psychose altijd symbolisch
Nee. Soms is er vooral ruis en overspoeling. Toch is het de moeite waard om te zoeken naar aanknopingspunten die betekenisvol zijn voor die persoon. Het punt is niet om overal diepzinnigheid in te zien, maar om de mogelijkheid van betekenis niet bij voorbaat uit te sluiten.
Een bekende anekdote die de titel verklaart
Foudraine vertelde eens over een college waarin een patiënt naast de professor zat. De man fluisterde dat hij zich behandeld voelde als een stuk hout. De professor registreerde dit als een waan en ging door. De omkering die Foudraine voorstelt, is pijnlijk en verhelderend tegelijk: misschien was de verstening te vinden bij degene die niets meer hoorde dan een symptoom. Dat is de provocatie van de titel.
Tien inzichten om mee te nemen
- Een etiket kan helpen voor taal en toegang tot zorg, maar mag nooit de persoon vervangen.
- Bejegening is interventie. Hoe je kijkt en spreekt verandert wat mogelijk is.
- Psychotische taal kan een communicatieve brug zijn. Antwoorden op dat niveau kan contact herstellen.
- Medicatie is een hulpmiddel, geen identiteit. Combineer altijd met gesprek en contextwerk.
- Familie en netwerk zijn bronnen van informatie, steun en soms ook van spanning die besproken moet worden.
- Veiligheid betekent niet alleen risico’s beperken, maar ook perspectief en menselijkheid bieden.
- Gezond en ziek zijn geen absolute tegenpolen. Kwetsbaarheid en kracht lopen vaak samen op.
- Reflecteer op macht. Wie beslist, wie spreekt, wie luistert. Maak het bespreekbaar.
- Herstel is een verhaal, geen protocol. Continuïteit in relaties en duiding is essentieel.
- Blijf leren. Ons begrip groeit wanneer we luisteren naar mensen om wie het gaat.
Historische echo’s en blijvende betekenis
Wie de geschiedenis van de psychiatrie in Nederland bekijkt, ziet schommelingen tussen beheersing en bejegening. ‘Wie is van hout’ hielp het zwaartepunt verschuiven naar het menselijke. Het maakte het legitiem om te spreken over schaamte, machteloosheid en taal. Het gaf patiënten taal om te vragen om gesprek. En het leerde hulpverleners dat een klinisch oog en een warm hart elkaar niet bijten.
Verwarring rond het zoekwoord ‘Wie is van hout’
Wie online zoekt, komt ook heel andere ‘van hout’ resultaten tegen. Dat is begrijpelijk, want de uitdrukking is dubbelzinnig. Voor wie juist naar muziek of personen zocht, zijn dit handige ingangen:
Over de band Van Dik Hout en hun doorbraaknummer: lees hier meer.
Zoek je informatie over Wendy van Hout: bekijk dit overzicht.
En wie echt iets met hout als materiaal zocht, vindt startpunten via het overzicht van blogs.
Verder lezen en verwijzingen
Wie dieper wil gaan, kan naast het boek van Foudraine kijken naar werk van Ronald Laing en naar historisch onderzoek naar de patiëntenbeweging in Nederland. Ook hedendaagse literatuur over herstelondersteunende zorg, ervaringsdeskundigheid en trauma sensitief werken sluit mooi aan. Het is verrijkend om het oude en het nieuwe naast elkaar te leggen en te vragen wat vandaag werkt voor deze persoon, in deze context.
Slotgedachte
De titel ‘Wie is van hout’ is niet alleen een kritiek, maar ook een uitnodiging. Durven wij zacht en nieuwsgierig te blijven waar de werkelijkheid schurend is. Durven wij onze aannames te laten bewegen, precies op de plekken waar het spannend wordt. In die beweging ontstaat zorg die mensen niet laat verdwijnen in labels, maar ze terugbrengt naar verhaal, stem en relatie.
Conclusie
‘Wie is van hout’ van Jan Foudraine is een scherpe, menslievende klassieker die de zorg blijvend heeft beïnvloed. Het boek pleit voor luisteren in plaats van louter labelen, voor betekenisgeving naast stabilisatie, en voor bejegening als wezenlijk onderdeel van behandeling. De tegengeluiden hebben het debat verrijkt en geleid tot meer evenwicht tussen biologie, psychologie en context. Juist daarom is de vraag uit de titel nog steeds vruchtbaar. Niet omdat iemand van hout is, maar omdat wij als professionals, familieleden en burgers telkens mogen kiezen om niet te verstarren. Daar begint menswaardige zorg.
Veelgestelde vragen
Wat is ‘Wie Is Van Hout’ precies
‘Wie is van hout’ is de invloedrijke klassieker van psychiater Jan Foudraine uit 1971. Het boek bekritiseert de ontmenselijkende kant van de toenmalige psychiatrie en pleit voor luisteren, gelijkwaardigheid en betekenisgeving. De titel prikkelt om te vragen wie er verstart is geraakt: de patiënt of het systeem dat niet meer werkelijk luistert.
Wie was Jan Foudraine en waarom is hij belangrijk
Jan Foudraine was een Nederlandse psychiater en schrijver. Met ‘Wie is van hout’ werd hij een centrale stem in het debat over menswaardige zorg. Hij bepleitte minder routine en meer dialoog. Later verdiepte hij zich ook spiritueel. Foudraine overleed in 2016, maar zijn werk is nog steeds relevant in opleidingen en praktijk.
Is ‘Wie Is Van Hout’ tegen medicatie
Nee. Het boek is niet tegen medicatie als zodanig. Het verzet zich tegen blind protocolgebruik en pleit voor zorgvuldig afwegen in samenspraak met de persoon en diens netwerk. Medicatie kan steun geven, maar werkt het best in combinatie met relatie, duiding, veiligheid en aandacht voor bijwerkingen.
Waarom wordt de casus ‘Jaap’ vaak genoemd
De casus laat zien hoe snel iemand tot etiket en karikatuur kan worden gereduceerd. Door de talige beelden van de cliënt serieus te nemen, ontstond warm contact en ruimte voor schaamte, angst en verlangen. Het is een illustratie van Foudraine’s kernpunt: luister naar de taal achter de symptomen en herstel betekenis.
Wat betekent de titelvraag ‘Wie Is Van Hout’ vandaag
De vraag is een blijvende uitnodiging tot zelfreflectie. Waar vervallen we in routine en zien we de persoon niet meer. In hedendaagse zorgpraktijken met gecombineerde biologische, psychologische en sociale perspectieven helpt deze vraag om menselijkheid en relationele afstemming centraal te houden, juist in drukte en crisis.